terug

de eerste animatie

Opmerking: je kunt de figuren op ware grootte zien door op de figuur te klikken. Klik je op de vergrootte figuur, dan kom je weer bij de kleine afbeelding.


tijdbalk of timeline
  1. Sleep met het selectiegereedschap het object naar een plek op het werkblad waar je wenst dat de animatie begint. Boven de stage zie je de tijdbalk (timeline). Zie de figuur hier boven. Onder de framenummers zie je witte rechthoekjes die elk vijfde frame lichtgrijs is. Bij het afspelen van een animatie wordt per seconde de inhoud van 24 frames na elkaar getoond (zo hadden we dit in de eigenschappen van de movie ingevoerd). Op dit moment zie de inhoud van frame 1. Je kunt in de tijdlijn ook meerdere lagen zien. Op dit moment is er maar een laag met de naam Layer 1.
  2. Kies in Layer 1 frame 40. Deze wordt dan verkleurd in plaats van frame 1 die tot nu toe verkleurd was.
    Kies uit de menubalk Insert » Keyframe. (Dit kan sneller via de toets F6. Onthou die funktietoets maar, want je zult in je Flash-carrière menig Keyframe moeten invoegen.)
     
  3. Sleep in de stage je object naar een plaats waar de animatie moet eindigen. Liefst aan de andere kant van de stage.
  4. Sla je werk op. (Kies voor Save, de naam hoeft niet anders te worden. Ctrl+S doet hetzelfde.)
  5. Als je op de Enter-toets drukt worden de frames afgespeeld.
    In de tijdlijn worden de opeenvolgende frames aangewezen. Maar pas bij het laatste frame verplaatst de naam zich plotseling. Dat is niet de bedoeling. De beweging moet vloeiend verlopen. We gaan de tussenliggende frames tweenen.
    Klik met je rechtermuisknop op een frame tussen het eerste en het laatste frame.
    Kies in het snelmenu voor Create Motion Tween.

    Tussen de beide keyframes zijn de frames lila gekleurd, zijn één vak geworden en er loopt een pijl van het eerste naar het volgende keyframe.
    Als je nu afspeelt, dan zien dat er een continue beweging is van de beginpositie naar de eindpostie. Flash rekent de hele beweging door.
     
  6. Er zijn nog 2 andere manieren om de tweening te maken als je in een laag een object tussen 2 keyframes wilt tweenen:
  7. Wijs op de tijdlijn frame 14 aan. Voeg opnieuw een keyframe in (door F6 in te voeren).
    Je ziet dat er nu een extra keyframe is ingevoegd, omdat er een puntje in frame 14 gevormd is en er nu twee pijlen in de tijdlijn staan.
  8. Sleep je object naar de linkerbenedenhoek van de stage. Speel met Enter je animatie weer af.
  9. Ga weer naar frame 14. Kies het Transformgereedschap. Door aan de hoekpunten te draaien en te slepen, kun je de tekst wat verdraaien en vergroten. Versleep eventueel het object zodat het binnen het werkblad blijft. (Dit om esthetische redenen.) Je kunt verplaatsingen ook doen door op de pijltjestoetsen te drukken. Je kunt door weer op de Enter-toets te drukken je animatie bekijken.
  10. effectKies weer frame 14. Je object is weer geselecteerd. In de property-balk staan echter de eigenschappen van frame 14. Door met het selectiegereedschap op de tekst te klikken zie je de eigenschappen van de Graphic in de Propertybalk. bij Color staat None. zet dit om naar Alpha. Je kunt de waarde nu op 40% zetten.
    Je kunt nu je animatie met meerdere keyframes en effecten uitbreiden. Het is weliswaar zeer raadzaam het laatste frame het de graphic niet gedraaid of geschaald te hebben. Dit omdat straks een tweede animatie op precies dezelfde plaats moet eindigen.
  11. Sla je bestand op.

Door naar het volgende deel van de opdracht:
een tweede animatie.